Een van de aspecten, die ik zo fascinerend aan Den Haag vind, is het feit dat bijna de helft van haar inwoners een niet- Westerse achtergrond heeft. En het grootste deel hiervan is Hindoestaans. De meesten van hen zijn ooit vanuit India naar Suriname gereisd en daarvandaan naar Den Haag. Deze gebeurtenis wordt nog altijd gevierd, met muziek, met dansen en uiteraard met eten. Eten, dat altijd op tafel staat en symbool staat voor de Hindoestaanse gastvrijheid.
Zo ook tijdens de bijeenkomst afgelopen donderdag, die georganiseerd was door de Hindoestaanse Ouderen Bond. Als vanzelfsprekend kreeg ik na afloop niet alleen voor mijzelf een heerlijke roti mee, maar uiteraard ook voor mijn man. Het thema voor deze bijeenkomst was ‘Groepswonen’. Het werd een mooie middag, met veel hartelijke en geïnteresseerde mensen bij elkaar! Bijna iedereen die er was, kende elkaar wel en samen vormen ze een hechte gemeenschap, zoals uit de gesprekken en warme begroetingen bleek. Maar een hechte gemeenschap heeft ook een nadeel; als buitenstaander is het vaak moeilijk om daarbinnen een plek te veroveren. In de volle zaal zat een aardige, blonde, Nederlandse vrouw, die tijdens mijn verhaal aangaf, dat ze dolgraag in een Hindoestaanse groep zou willen wonen, maar het gevoel kreeg, dat dat niet gewenst was. Er ontstond een interessante discussie.
Wij leven in een echte multi-culturele stad, maar leven wij naast of met elkaar? De ene woongroep staat juist open voor bewoners uit diverse etnische culturen en is voorstander van een ‘gemengde groep’. Hier overheerst het idee dat je van elkaars culturen kunt leren en vooral kunt genieten. Maar er zijn ook woongroepen, waar de bewoners zich juist fijn en veilig voelen met leeftijdsgenoten die dezelfde moedertaal spreken en dezelfde herinneringen delen uit het verre land van herkomst. Beiden moeten naast en met elkaar kunnen leven. Wij als Centrum Groepswonen zijn er voor alle woongroepen. De blonde mevrouw is inmiddels uitgenodigd om koffie te komen drinken en kennis te maken bij een van de Hindoestaanse groepen.
Auteur: Terry van der Heide (voormalig directeur)